Inhoud
Preverbale logopedie (logopedie voordat het spreken begint)
De préverbale fase begint al voor de geboorte en eindigt tussen de 13 en 18 maanden, wanneer de eerste woorden gesproken worden. In deze periode ontwikkelen kinderen functies als zuigen, slikken, blazen, bijten, kauwen, horen, stemgeluid maken en brabbelen. Deze functies zijn nodig voor de ontwikkeling van het luisteren, het spreken en de taalopbouw. Een préverbaal logopedist verbetert en activeert de mond- en tongmotoriek; het zuigen, slikken en kauwen. Geeft eet- en drinktherapie. Adviseert bij het voeden en de vroege spraak- en taalontwikkeling.
Een verwijzing verloopt via een arts, omdat het van belang is te weten of er geen onderliggende medische problemen zijn die de moeilijkheden in het mondgebied veroorzaken.
Voor meer informatie zie ook de website van de Nederlandse Vereniging Preverbale Logopedie (NVPL).
Eet- en drinkproblemen bij kinderen van 0-2 jaar
- Problemen met borst- of flesvoeding; niet of nauwelijks zuigen en slikken.
- Vroeggeboorte waardoor drinken nog te vermoeiend is.
- Een kind dat over- of onder gevoelig reageert op prikkels in het mondgebied.
- Een zuigeling die zich tijdens het voeden overmatig strekt en schokkend beweegt.
- Overstapproblemen van vloeibaar naar vast voedsel.
- Problemen bij het afhappen van de lepel.
- Een slechte mondsluiting.
- Overmatig kwijlen.
- Kauwproblemen.
- De begeleiding van sondevoeding of de afbouw van sondevoeding naar orale voeding.
- Schisisproblemen.
- (Koemelk)allergie.