Vragen
Dyslexie gaat nooit over. Je kunt wel leren om er minder last van te hebben. Daarnaast kan het veel oefenen helpen om steeds iets beter te worden in het lezen en spellen. Niet ieder kind met dyslexie heeft veel moeite met zowel het lezen als de spelling.
Je hersens zorgen ervoor dat jij van alles kunt doen, zoals lezen en spellen. Om goed te kunnen lezen en spellen, moeten er verschillende kleine gebieden in je hersenen met elkaar samenwerken. Ze moeten dat wat je ziet (letters) koppelen aan dat wat je hoort (klanken). Dit is de letter-klankkoppeling.
Als je dyslexie hebt, lukt het die gebieden in je hersenen meestal niet zo goed om met elkaar samen te werken. Zo gaat de koppeling tussen sommige letters en klanken niet altijd even goed, je draait bv. de /eu/ en de /ui/ om. Of het koppelen gaat wel goed, maar je hebt daar meer tijd voor nodig.
Je kunt het zien alsof je dwars door een weiland loopt. Om van de ene kant (de letters) naar de anderekant (de klanken) te komen. Eerst ligt er misschien helemaal nog geen pad en kost het je veel moeite om van de ene naar de andere kant te komen.
Als je begint met de behandeling en gaat oefenen, ga je dit pad steeds vaker lopen en merk je dat het elke keer wat makkelijker gaat. Misschien was het eerst een kronkelpad (je maakt nog fouten) en wordt het daarna recht. Hoe vaker je oefent, hoe breder en gemakkelijker het pad wordt. Zo kun je er dan sneller overheen. Na een tijdje kun je er zelfs snel overheen rennen. Zo gaat het in je hoofd ook ongeveer. Er komt een steeds beter en makkelijker pad tussen letters en klanken. Daardoor lukt de letter-klankkoppeling en daarmee het lezen en spellen ook beter.
- Een moeilijk op gang komende lees- en spellingontwikkeling waarbij het hakken en plakken langer dan gebruikelijk blijft.
- Moeite met het leren van klanken in de groepen 1-2.
- Het blijven omwisselen van klanken (b – d, eu – ui, ie – ei).
- Teruglopende scores bij lezen (en spelling), waarbij een verschil kan zitten tussen het technisch lezen (DMT), tekst lezen en begrijpend lezen. Met name achterstanden bij technisch lezen duiden op vermoedens van dyslexie.
- Verminderd zelfvertrouwen.
- Verminderd plezier in en ontwijkend gedrag bij lezen.
- Pijnklachten zoals buikpijn, hoofdpijn etc. door spanning.
- Ontstaan van faalangst.
- Bij dyslexie in de familie is er een grotere kans op dyslexie.
Mensen met dyslexie zijn over het algemeen goed in het waarnemen van de dingen in hun omgeving, het zien van grote gehelen maar ook van details die anderen niet altijd opvallen. De meeste dyslectici denken ook op een sterk visuele (en minder talige) manier.
Voor kinderen met dyslexie is het uiterst belangrijk om zoveel mogelijk te lezen. Zij moeten veel extra leeskilometers maken. Per week moeten zij een uur extra leestijd hebben, verdeeld in bijvoorbeeld 3 keer 20 minuten. Daarnaast is het belangrijk om veel aan begrijpend luisteren te doen.
Een bekende beschrijving van dyslexie is dat het lijkt alsof de letters verspringen. De letters staan er wel en ze zijn los van elkaar ook prima te lezen, maar het is lastig om snel woorden te herkennen.
Dyslectici maken meer fouten tegen het gebruik van hoofdletters en leestekens. Teksten zijn daardoor minder gestructureerd. Zij vertonen vaak een tragere verwerkingssnelheid en scoren vaak sterker op mondelinge taken.
is lastig om snel woorden te herkennen.
De gemiddelde leessnelheid is 250 woorden per minuut. Veel dyslectici lezen gemiddeld 50 -150 woorden per minuut. Beelddenkers of associatieve denkers raken over het algemeen sneller afgeleid door hun eigen associaties tijdens het lezen.
- Bied support. …
- Help regelmatig en met volle aandacht. …
- Weet hoe je moet helpen met het leren lezen. …
- Oefen letters en klanken eenvoudig op de computer. …
- En vergeet niet; lezen is leuk! Laat dat zien!