Inhoud
Ademhaling algemeen
We ademen vaak ongemerkt. Als het ademen niet meer vanzelf gaat, ervaren we het als een last en kunnen er problemen ontstaan. Ademhalingsproblemen kunnen ontstaan als gevolg van:
- Verkeerde (spreek)ademhaling (CARA- Stress).
- Hyperventilatie.
- COPD.
- Long Covid.
Minder ernstige signalen die kunnen wijzen op een ontregeld adempatroon zijn:
- Snurken en boeren.
- Last van gapen, zuchten en/of hoesten.
- Snel buiten adem raken (kortademigheid en benauwdheid).
- Snelle hartslag waardoor opbouwen van conditie niet lukt.
- Vermoeid opstaan en slecht slapen (slaapapneu).
Wat doet de logopedist?
Er zijn verschillende manieren van logopedische behandeling mogelijk: ontspanning- en zelfbewustwordingstechnieken, (spreek)ademtherapieën of stressmanagement.
Logopedie kan iets betekenen, als er sprake is van één van de volgende symptomen:
- Komt u adem te kort tijdens het spreken?
- Ervaart u spreken als vermoeiend?
- Bent u weleens hees?
- Hoort u van anderen weleens dat u minder goed te verstaan bent?
- Ervaart u eten/drinken als vermoeiend?
- Verslikt u zich weleens? (bv. in speeksel of in eten en drinken)
- Moet u weleens hoesten tijdens het eten/drinken?
Verkeerde (spreek)ademhaling (CARA / stress)
CARA en Stress kunnen leiden tot een verkeerde (spreek)ademhaling. CARA is een verzamelnaam voor aandoeningen met betrekking tot de ademhaling, waaronder astma.
Door een verkeerde (spreek)ademhaling kunnen diverse klachten ontstaan, zoals:
- Benauwdheid / constant naar adem moeten happen.
- Spanning op de borst.
- Een drukkend gevoel in de keel.
- Heesheid.
Wat doet de logopedist?
De logopedist leert een adequaat functioneel en evenwichtig adempatroon in rust, tijdens spreken en andere lichamelijke inspanning. Ontspanningsoefeningen maken deel uit van de behandeling. Hierdoor kan de verstaanbaarheid toenemen en de benauwdheid verminderen.
Ook is er aandacht voor het aanleren van een gecontroleerde ademhaling tijdens een astma-aanval. Zo nodig volgen er adviezen voor een andere manier van eten en/of drinken.
Hyperventilatie
Mensen met hyperventilatie maken gebruik van een te snelle en/of te diepe ademhaling. In de uitademing komt teveel koolzuur. Door de dalende koolzuurgraad van het bloed, kunnen duizeligheid, tintelingen, ademnood en hartkloppingen ontstaan. Er is een plotselinge en een chronische vorm van hyperventilatie. De oorzaak is niet altijd bekend, maar kan ontstaan door verkeerde ademgewoontes, snel en onafgebroken spreken of stress.
Wat doet de logopedist?
Er wordt gewerkt aan het herstel van het adempatroon in rust, bij spreken en andere lichamelijke inspanning. Ontspanningsoefeningen maken deel uit van de behandeling. Bedenk dat hoe eerder je ingrijpt, des te minder het adempatroon chronisch ontregeld raakt en herstel sneller plaats kan vinden.
COPD (chronische bronchitis / longemfyseem)
COPD is een verzamelnaam voor verschillende ongeneeslijke longaandoeningen. Bij COPD ventileren de longen minder goed, waardoor zij slechts beperkt kunnen zorgen voor een goede ademhaling. Het actief ademen kost inspanning en energie, waardoor problemen met bewegen en gebruikelijke dagelijkse activiteiten zoals (trap)lopen, sporten, boodschappen doen, tuinieren of aankleden kunnen optreden.
Wanneer je het gevoel van een zuurstoftekort niet juist compenseert, ontstaat geleidelijk steeds meer kortademigheid. Met de juiste behandeling en aanpassingen in het leven is het verloop van de ziekte te beïnvloeden.
Wat doet de logopedist?
In een stapsgewijs trainingsprogramma werken we aan het herstel van het adempatroon in rust en bij bewegen. Daarbij nemen we het ontregelde adempatroon als uitgangspunt en creëren we inzicht in hoe we benauwdheidsklachten en buiten adem raken kunnen voorkomen en verminderen. Zo is het mogelijk optimaal om te gaan met de nog aanwezige mogelijkheden.
Doordat de longen beter ventileren na specifieke (spreek)ademtherapie zijn er:
- minder beperkingen bij activiteiten en bewegen;
- meer mogelijkheden om dingen te ondernemen;
- minder snel vermoeidheidsklachten;
- verbeteringen in lichamelijk en geestelijk herstel.
Meer informatie over COPD:
Long Covid
Long Covid kan leiden tot minder energie, benauwdheid of vermoeidheid, waardoor er problemen kunnen ontstaan als:
- snel buiten adem raken / ademnood bij spreken.
- Hoge ademhaling / hyperventilatie.
- Spanning in keel, hals, borstgebied.
- Keelpijn / gevoel van een “brok in de keel” (globusgevoel).
- Heesheid / een schorre stem.
- Eet-, drink en verslikproblemen.
Wat doet de logopedist?
De logopedische behandeling bij Long Covid kan zich richten op:
- Verlagen van de ademplaats.
- Juiste adem/stemkoppeling.
- Aanpassing van ademmomenten tijdens spreken.
- Ontspanningsoefeningen / ontspannen stemgeving.
- MFL (Manuele Larynxfacilitatie).*
* Verkeerd gebruik en overbelasting van het stemorgaan kan gepaard gaan met een te hoge spierspanning in en rond het strottenhoofd. Dit kan de doorbloeding belemmeren, pijn en vermoeidheid veroorzaken of leiden tot slikproblemen en een “gevoel van een brok in de keel” (globusgevoel). MFL (Manuele larynxfacilitatie) is een methode om deze spanning te verminderen. Door massage en manipulatie raken de spieren meer ontspannen en kan een behandeling snel leiden tot klachtvermindering (verbeterde stemkwaliteit, makkelijker slikken en afname van het “globusgevoel”.
Oncologie / kanker
De behandeling van oncologie/kanker kan ook op het gebied van slikken, spreken en ademhaling negatieve gevolgen hebben. De logopedist kan begeleiding bieden op het gebied van slikken, verslikken, kauwen en transporteren van voeding, speekselverlies, articulatie en stem, adem en benauwdheid.
Na een bestraling of operatie in mond- of keelholte kunt u problemen hebben met slikken, spreken of ademhalen.
Bij een aangetast slikmechanisme ontstaan:
- Eet- en drinkproblemen.
- Verslikproblemen.
Een operatie of bestraling kan leiden tot:
- Een verstoorde slijmproductie, wat leidt tot een droge mond en/of veel hoesten.
- Minder goede articulatiebewegingen van lippen, tong en kaak, waardoor een verminderde verstaanbaarheid.
- Verslechterde stemkwaliteit (volume, toonhoogte en/of stemklank), waardoor een verminderde verstaanbaarheid.
Wat doet de logopedist?
De logopedist geeft adviezen en begeleiding ten aanzien van:
- Kauwen en slikken om veilig en efficiënt te eten en drinken.
- Mondhygiëne.
- Aanpassingen in voedingsconsistenties (in overleg met de diëtist).
- Specifieke mondmotoriek- en articulatieoefeningen voor een verbeterde sturing van lippen, tong en kaken.
- Specifieke (spreek)ademhalingsoefeningen.
- Specifieke stemoefeningen.
- Stemhygiëne.